tiaar
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ti·aar
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Perzisch
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tiaar | tiaren |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- kroon van de paus
- een (half-)rond hoofdsieraad voor vrouwen, meestal gemaakt van goud of platina, en versierd met edelstenen
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord tiaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tiaar" herkend door:
27 % | van de Nederlanders; |
35 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be