termineerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: termineerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ter·mi·neer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
termineren |
termineerde
- enkelvoud verleden tijd van termineren
- Ik termineerde.
- Jij termineerde.
- Hij, zij, het termineerde.
- Ik termineerde.