tempeesten
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: tempeesten (hulp, bestand)
Woordafbreking
- tem·pees·ten
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van tempeest
Werkwoord
tempeesten
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
tempeesten |
tempeestte |
getempeest |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
tempeesten
- stormen
- (figuurlijk) ruzie maken
- ▸ Kamervoorzitter en N-VA-boegbeeld Siegfried Bracke haalt uit naar de in zijn ogen te ruwe campagne voor de gemeenteraadsverkiezingen. ‘Al dat schelden, tieren, beledigen, dat tempeesten zonder temper: het wordt mij geregeld teveel’, schrijft Bracke in een tekst op zijn website, met als titel: ‘Je ne suis pas fier.’[1]
Zelfstandig naamwoord
de tempeesten mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord tempeest
Gangbaarheid
- Het woord tempeesten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Matthias Verbergt“Siegfried Bracke roept eigen N-VA tot de orde: ‘Ik wil een partij van geciviliseerde mensen’” (7/09/2018), De Standaard
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Werkwoord in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Figuurlijk in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal