telecomwaakhond

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • te·le·com·waak·hond
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord telecomwaakhond telecomwaakhonden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de telecomwaakhondm

  1. instituut dat het handelen van telefoonmaatschappijen controleert
     Eerder concludeerde telecomwaakhond OPTA dat Nederlandse telefonieaanbieders de privacy van klanten niet had geschonden. Wel krijgen ze meer informatie over het mobiele internetgebruik van hun klanten dan nodig is voor de afhandeling van het internetverkeer.[1]
     Nederlanders sturen steeds minder sms-berichten. Hoewel de omzet van het sms'en in de eerste helft van dit jaar licht steeg, verliest de dienst de slag met de datadiensten zoals mobiel internet. Dat blijkt uit cijfers van telecomwaakhond Opta.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 26 oktober 2022 Weblink bron
    NOS Nieuws
    “KPN mag mobiel-internetgebruik analyseren” (Woensdag 3 augustus 2011, 18:50), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 26 oktober 2022 Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Mobiel internet haalt sms in” (Dinsdag 18 oktober 2011, 17:36), NOS