tabellariseerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ta·bel·la·ri·seer·de

Werkwoord

vervoeging van
tabellariseren

tabellariseerde

  1. enkelvoud verleden tijd van tabellariseren
    • Ik tabellariseerde. 
    • Jij tabellariseerde. 
    • Hij, zij, het tabellariseerde.