synthetiseer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- syn·the·ti·seer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
synthetiseren |
synthetiseer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van synthetiseren
- Ik synthetiseer.
- gebiedende wijs van synthetiseren
- Synthetiseer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van synthetiseren
- Synthetiseer je?