synthetiseer

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • syn·the·ti·seer

Werkwoord

vervoeging van
synthetiseren

synthetiseer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van synthetiseren
    • Ik synthetiseer. 
  2. gebiedende wijs van synthetiseren
    • Synthetiseer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van synthetiseren
    • Synthetiseer je?