supprimeerde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sup·pri·meer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
supprimeren |
supprimeerde
- enkelvoud verleden tijd van supprimeren
- Ik supprimeerde.
- Jij supprimeerde.
- Hij, zij, het supprimeerde.
- Ik supprimeerde.
vervoeging van |
---|
supprimeren |
supprimeerde