stamcelpiraat
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- stam·cel·pi·raat
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van stamcel zn en piraat zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stamcelpiraat | stamcelpiraten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de stamcelpiraat m
- (medisch) een kwakzalver die - veelal op commerciële grondslag - stamceltherapie toepast bij ernstige aandoeningen
Gangbaarheid
- Het woord stamcelpiraat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.