stageerden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: stageerden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- sta·geer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
stageren |
stageerden
- meervoud verleden tijd van stageren
- Wij stageerden.
- Jullie stageerden.
- Zij stageerden.
- Wij stageerden.