spiritualistisch
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- spi·ri·tu·a·lis·tisch
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van spiritualist met het achtervoegsel -isch
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | spiritualistisch | spiritualistischer | |
verbogen | spiritualistische | spiritualistischere | |
partitief | spiritualistisch | spiritualistischers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
spiritualistisch [1]
- betrekking hebbend op spiritualisme of spiritualiteit
Gangbaarheid
- Het woord spiritualistisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.