spartelend

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spar·te·lend

Werkwoord

vervoeging van: spartelen
verbogen vorm: spartelende

spartelend

  1. onvoltooid deelwoord van spartelen
     En hij genoot van de bevrediging wanneer hij raak schoot, om de vijand spastisch spartelend te zien sterven, op de grond te zien vallen met wild trappende benen, wat alleen zenuwreflexen waren van iemand die al dood was, ongeveer zoals met een schot door de kop van een antilope.[1]

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044625691