souteneerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sou·te·neer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
souteneren |
souteneerden
- meervoud verleden tijd van souteneren
- Wij souteneerden.
- Jullie souteneerden.
- Zij souteneerden.
- Wij souteneerden.
vervoeging van |
---|
souteneren |
souteneerden