snussen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- snus·sen
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
snussen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
snussen |
snuste |
gesnust |
zwak -t | volledig |
- zuigtabak gebruiken
Gangbaarheid
- Het woord 'snussen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.