slowen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- slo·wen
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Engels
Werkwoord
slowen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
slowen |
slowde |
geslowd |
zwak -d | volledig |
- langzaamaan dansen terwijl de danspartners dicht tegen elkaar aan staan
- Terwijl ook Liesbeth stond te slowen ('met een jongen die ik helemaal niet leuk vond') verbeet ze haar teleurstelling: ,,Potverdikkie! In een opwelling stapte ze na het eerste nummer op haar concurrente af. ,,Partnerwissel! riep ze brutaal. [1]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord slowen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Tubantia Mark van der Werf 23-07-15 De vonk sloeg over op Against all odds