skiërs

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ski·ers

Zelfstandig naamwoord

de skiërsmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord skiër
     Een geliefde vakantiestad voor skiërs in de winter en watersportliefhebbers in de zomer.[1]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia