sculpturaal

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sculp·tu·raal
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen sculpturaal sculpturaler sculpturaalst
verbogen sculpturale sculpturalere sculpturaalste
partitief sculpturaals sculpturalers -

Bijvoeglijk naamwoord

sculpturaal

  1. beeldhouwkunstig
    • Zijn vroegste sculpturale werk werd in 1968 geëxposeerd in het belangrijkste kunstmuseum van Caracas (waar hij al vroeg was gaan wonen) en bracht hem erkenning. [1] 
  2. op een beeldhouwwerk lijkend
    • Natuurlijk waren er zwarte lange broeken met nauwsluitende pijpen, een kledingstuk dat Raf tijdens zijn eerste haute couture in juli vorig jaar introduceerde. Maar ook het Bar-jasje waar de oude Dior bekend om stond was er. Net als een beeldschoon tailleurtje van grijze tweed met een sculpturale crèmekleurige kraag. [2] 

Gangbaarheid

70 % van de Nederlanders;
80 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. De Telegraaf 11 jan. 2016 Beeldhouwer Cornelis Zitman (89) overleden
  2. De Telegraaf MICHOU BASU 04 jan. 2016 Dior: surrealistische eenvoud
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be