schaverdijnden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- scha·ver·dijn·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
schaverdijnen |
schaverdijnden
- meervoud verleden tijd van schaverdijnen
- Wij schaverdijnden.
- Jullie schaverdijnden.
- Zij schaverdijnden.
- Wij schaverdijnden.