sanctioneerde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sanc·ti·o·neer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
sanctioneren |
sanctioneerde
- enkelvoud verleden tijd van sanctioneren
- Ik sanctioneerde.
- Jij sanctioneerde.
- Hij, zij, het sanctioneerde.
- Ik sanctioneerde.