sanctioneerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sanc·ti·o·neer·de

Werkwoord

vervoeging van
sanctioneren

sanctioneerde

  1. enkelvoud verleden tijd van sanctioneren
    • Ik sanctioneerde. 
    • Jij sanctioneerde. 
    • Hij, zij, het sanctioneerde.