samenklittende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sa·men·klit·ten·de
Werkwoord
vervoeging van: | samenklitten |
samenklittende
- verbogen vorm van samenklittend, het onvoltooid deelwoord van samenklitten
vervoeging van: | samenklitten |
verbogen vorm: | samenklittendee |
samenklittende