samendromt
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: samendromt (hulp, bestand)
Woordafbreking
- sa·men·dromt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
samendrommen |
samendromt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samendrommen
- ... dat jij samendromt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samendrommen
- ... dat hij samendromt.
Gangbaarheid
- Het woord samendromt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.