rompoefening
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- romp·oe·fe·ning
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van romp zn en oefening zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rompoefening | rompoefeningen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de rompoefening v
- gymnastiek oefening die men doet om de rompspieren soepel en sterk te maken
- ▸ Oscar kwam overeind, rekte zich uit en deed een paar rompoefeningen om de stijfheid kwijt te raken, alsof hijzelf ook de strijd aan zou moeten gaan.[1]
- ▸ "Gisteren zijn we de eerste keer naar de atletiekpiste geweest. We hebben de benen een beetje losgewerkt en wat rompoefeningen gedaan, de reis zat nog wat in de benen, maar al bij al viel het best mee.'[2]
Gangbaarheid
- Het woord 'rompoefening' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044625691
- ↑ Weblink bron loa“Tia Hellebaut heeft nog beetje last van enkel” (17/08/2007), De Standaard