respireerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- res·pi·reer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
respireren |
respireerden
- meervoud verleden tijd van respireren
- Wij respireerden.
- Jullie respireerden.
- Zij respireerden.
- Wij respireerden.
vervoeging van |
---|
respireren |
respireerden