rejuveneciera

Uit WikiWoordenboek

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
rejuvenecer

rejuveneciera

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van rejuvenecer
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van rejuvenecer