rechercheer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: rechercheer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- re·cher·cheer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
rechercheren |
rechercheer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rechercheren
- Ik rechercheer.
- gebiedende wijs van rechercheren
- Rechercheer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rechercheren
- Rechercheer je?