radiokamer

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

radiokamer
Uitspraak
Woordafbreking
  • ra·dio·ka·mer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord radiokamer radiokamers
verkleinwoord radiokamertje radiokamertjes

Zelfstandig naamwoord

de radiokamerv / m

  1. vertrek van waaruit de radiocommunicatie of radiotelegrafie wordt verzorgd
     Trainer Ton du Chatinier ontweek na afloop de vraag of hij het 'herrie-experiment' geslaagd vond. "Om eerlijk te zijn dacht ik dat ze in de radiokamer gewoon vergeten waren de speakers uit te zetten. Het leek wel alsof we ineens meer supporters hadden. Ik hoorde pas achteraf dat het tegen de spreekkoren was."[1]
     De datadiefstal vond plaats in januari en februari dit jaar. Er werd 614 gigabyte aan informatie gestolen over een operatie genaamd Sea Dragon, samen met data van de radiokamer van de onderzee-afdeling van de marine.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 7 april 2024 Weblink bron “Stadionspeaker overstemt spreekkoren” (Zondag 7 november 2010, 18:35), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 7 april 2024 Weblink bron “Hackers Chinese overheid stalen data marine VS” (Vrijdag 8 juni 2018, 22:32), NOS