raak achterop
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- raak ach·ter·op
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
achteropraken |
raak achterop
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van achteropraken
- Ik raak achterop.
- gebiedende wijs van achteropraken
- Raak achterop!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van achteropraken
- Raak je achterop?
Gangbaarheid
- Het woord raak achterop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.