quadrilleerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- qua·dril·leer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
quadrilleren |
quadrilleerden
- meervoud verleden tijd van quadrilleren
- Wij quadrilleerden.
- Jullie quadrilleerden.
- Zij quadrilleerden.
- Wij quadrilleerden.