quadrilleer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: quadrilleer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- qua·dril·leer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
quadrilleren |
quadrilleer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van quadrilleren
- Ik quadrilleer.
- gebiedende wijs van quadrilleren
- Quadrilleer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van quadrilleren
- Quadrilleer je?