psak
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- psak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | psak | psakiem (Hebreeuws) psokem (Jiddisj) |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (Jiddisch-Hebreeuws) beslissing in een halachische kwestie
Verwante begrippen
- psak dien (Jiddisj)
Gangbaarheid
- Het woord 'psak' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.