procrastineerden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pro·cras·ti·neer·den

Werkwoord

vervoeging van
procrastineren

procrastineerden

  1. meervoud verleden tijd van procrastineren
    • Wij procrastineerden. 
    • Jullie procrastineerden. 
    • Zij procrastineerden.