privékapitaal
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pri·vé·ka·pi·taal
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van privé zn en kapitaal zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | privékapitaal | privékapitalen |
verkleinwoord | privékapitaaltje | privékapitaaltjes |
Zelfstandig naamwoord
het privékapitaal o
- een grote hoeveelheid geld die men als persoon bezit
Gangbaarheid
- Het woord privékapitaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Michel van Ballegooij“Deze 20 bekende Twentenaren zijn ons ontvallen in 2019” (31-12-2019), Tubantia
- ↑ Weblink bron Erik Kouwenhoven“Zo hoog zou onkostenvergoeding van de baas moeten zijn bij de huidige benzineprijzen” (10-03-2022), Tubantia