privécollectie

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  privécollectie    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• pri·vé·col·lec·tie

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  privé bn  en  collectie zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	privécollectie	privécollecties
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de privécollectie v

1. een (kunst)verzameling aangelegd en in bezit van een persoon en niet van een organisatie

   • Tijdens de rondleiding zal een meester-schilder het decoreren van aardewerk demonstreren en uitleg geven bij dit ambachtelijk werk. Via het ‘straatje van Vermeer’ gaan de Tukkers naar de Koninklijke Schatkamer, met o.a. de aan het bedrijf geschonken privécollectie van Koning Willem III. 
   • Malca is een van de grootste kenners en verzamelaars van het werk van Keith Haring en Jean-Michel Basquiat. Hij opende in 2015 een expositieruimte op Ibiza. In een voormalige zoutfabriek in natuurgebied Las Salinas toont hij werk uit zijn privécollectie. 

   ▸ De geveilde foto is een vroege druk uit een privécollectie. Op de foto uit 1924 staat de toenmalige vriendin van Man Ray, de Franse zangeres Kiki de Montparnasse. Ze is te zien als een viool, met twee f-gaten op haar naakte rug. Het werd een van de beroemdste beelden van het surrealisme.

Gangbaarheid

• Het woord privécollectie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.