pousseerden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: pousseerden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pous·seer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
pousseren |
pousseerden
- meervoud verleden tijd van pousseren
- Wij pousseerden.
- Jullie pousseerden.
- Zij pousseerden.
- Wij pousseerden.