pousseerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: pousseerde (hulp, bestand)
- IPA: / puˈserdə / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- pous·seer·de
Woordherkomst en -opbouw
- pousseer met de uitgang -de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
pousseren |
pousseerde
- enkelvoud verleden tijd van pousseren
- Ik pousseerde.
- Jij pousseerde.
- Hij, zij, het pousseerde.
- Ik pousseerde.