polymeriseerden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • po·ly·me·ri·seer·den

Werkwoord

vervoeging van
polymeriseren

polymeriseerden

  1. meervoud verleden tijd van polymeriseren
    • Wij polymeriseerden. 
    • Jullie polymeriseerden. 
    • Zij polymeriseerden.