polychromeerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • po·ly·chro·meer·de

Werkwoord

vervoeging van
polychromeren

polychromeerde

  1. enkelvoud verleden tijd van polychromeren
    • Ik polychromeerde. 
    • Jij polychromeerde. 
    • Hij, zij, het polychromeerde.