pointeerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: pointeerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- poin·teer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
pointeren |
pointeerde
- enkelvoud verleden tijd van pointeren
- Ik pointeerde.
- Jij pointeerde.
- Hij, zij, het pointeerde.
- Ik pointeerde.