plaatsneemt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • plaats·neemt

Werkwoord

vervoeging van
plaatsnemen

plaatsneemt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plaatsnemen
    • ... dat jij plaatsneemt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plaatsnemen
    • ... dat hij plaatsneemt.