pipa's
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- pi·pa's
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pipa's | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de pipa's mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord pipa
- meervoudsvorm als officiële benaming (kikkers) een geslacht Pipa van kikkers uit de familie tongloze kikkers (Pipidae ). De groep werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door Josephus Nicolaus Laurenti in 1768. Later werd de wetenschappelijke naam Piparius gebruikt. Er zijn zeven soorten die voorkomen in noordelijk Zuid-Amerika en Panama in Midden-Amerika
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
- [2] pipa
Gangbaarheid
- Het woord pipa's staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.