pinker
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pin·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pinker | pinkers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de pinker m
- knipperlicht op een motorvoertuig dat de richting aangeeft door te knipperen
- oogwimper
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord pinker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pinker" herkend door:
29 % | van de Nederlanders; |
70 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be