permitten
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- per·mit·ten
Woordherkomst en -opbouw
- permit met uitgang -en
Zelfstandig naamwoord
de permitten mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord permit (verouderd)
- ▸ Nadat aanvankelijk een concessie-systeem ingesteld bij Verord. van 18 Febr. 1829 was beproefd, werd in 1832 (Publ. blad. 20 Oct. 1832) overgegaan tot het afgeven van permitten tegen een betaling van ƒ1.- per maand.[1]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'permitten' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron G. DuijfjesGoudindustrie. : Aruba (1914-1917) in:Herman Daniël Benjamins & Joh. F. Snelleman (red.)Encyclopaedie van Nederlandsch West-Indië., Martinus Nijhoff/E.J. Brill, Den Haag/Leiden, p. 318