perforeerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • per·fo·reer·de

Werkwoord

vervoeging van
perforeren

perforeerde

  1. enkelvoud verleden tijd van perforeren
    • Ik perforeerde. 
    • Jij perforeerde. 
    • Hij, zij, het perforeerde.