perforeer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- per·fo·reer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
perforeren |
perforeer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van perforeren
- Ik perforeer.
- gebiedende wijs van perforeren
- Perforeer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van perforeren
- Perforeer je?