perfectioneerden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • per·fec·ti·o·neer·den

Werkwoord

vervoeging van
perfectioneren

perfectioneerden

  1. meervoud verleden tijd van perfectioneren
    • Wij perfectioneerden. 
    • Jullie perfectioneerden. 
    • Zij perfectioneerden.