pedaleren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pe·da·le·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
pedaleren |
pedaleerde |
gepedaleerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
pedaleren [1]
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord pedaleren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.