pasgeleden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: pasgeleden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pas·ge·le·den
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van pas en geleden zn
Bijwoord
pasgeleden
- zeer recent
- ▸ De vluchtelingen slapen in voormalige gymzalen, kazernes, bejaardenhuizen en nu ook in een tentenkamp. Pasgeleden is er zelfs een groep vluchtelingen op matrasjes te slapen gelegd in het gebouw van de Migratiedienst zelf."[1]
- ▸ Er was bij andere ministers pasgeleden grote ergernis dat de zomermaanden onvoldoende zijn gebruikt om de testcapaciteit op orde te krijgen[2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'pasgeleden' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Zweden en Denen vrezen chaos bij de Öresundbrug” (12-11-2015), NOS
- ↑ Weblink bron “Waarom het nu (wel) knettert in Ruttes coronacrisismachine” (15-11-2020), NOS