partijtrek
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: partijtrek (hulp, bestand)
Woordafbreking
- par·tij·trek
Werkwoord
vervoeging van |
---|
partijtrekken |
partijtrek
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van partijtrekken
- ... dat ik partijtrek.