parodontose
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: parodontose (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pa·ro·don·to·se
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Latijn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | parodontose | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de parodontose v
Gangbaarheid
- Het woord parodontose staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "parodontose" herkend door:
66 % | van de Nederlanders; |
62 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be