parasiteerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pa·ra·si·teer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
parasiteren |
parasiteerden
- meervoud verleden tijd van parasiteren
- Wij parasiteerden.
- Jullie parasiteerden.
- Zij parasiteerden.
- Wij parasiteerden.
vervoeging van |
---|
parasiteren |
parasiteerden