parasiteerden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pa·ra·si·teer·den

Werkwoord

vervoeging van
parasiteren

parasiteerden

  1. meervoud verleden tijd van parasiteren
    • Wij parasiteerden. 
    • Jullie parasiteerden. 
    • Zij parasiteerden.