overspoelden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- over·spoel·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
overspoelen |
overspoelden
- meervoud verleden tijd van overspoelen
- Wij overspoelden.
- Jullie overspoelden.
- Zij overspoelden.
- Wij overspoelden.
vervoeging van |
---|
overspoelen |
overspoelden